
Bargello, de basis
Het is leuk om weer eens een andere patchwork-techniek te bespreken in deze blog. Ik heb een klein Bargello quiltje gemaakt om deze techniek aan jullie te laten zien.
Om te beginnen zoek ik in mijn stoffenvoorraad 12 stofjes waar ik een reep van 6,5 bij 65 cm af kan snijden. Zorg dat één of twee kleuren er een beetje uit springen voor het effect. Snijd heel zorgvuldig, anders kan je het niet strak in elkaar naaien.
Rangschik de stoffen en naai de repen aan elkaar, zó, dat het aan één kant netjes recht is. Naai de naden met het ¼inch voetje en een kleine steeklengte, de ene strook van links naar rechts, de volgende van rechts naar links. Zo trekt je werk niet scheef.
Strijk de naden naar één kant en naai ook nog strook 1 aan 12. Je hebt nu een tunnel.
Van deze tunnel snijd je nu stroken van verschillende breedte, haaks op de stiksels. Bv. een strook van 7, 5, 4, 3, 4, 5, 6½, 7½, 5, 4, 3, 4 en 6 cm (voorbeeld). Nu ga je de eerste strook los maken tussen stofje 1 en 12, bij de tweede snijd je stofje 1 doormidden, zodat je als je dit aan elkaar naait de kleuren een half blokje laat verspringen. Bij de volgende strook ga je weer een naadje losmaken, en dan de daarop volgende weer doormidden snijden. Enz, enz. Hoe je volgende stapje is, geeft aan of je “golf” naar beneden of naar boven gaat.
Er zijn patronen waar dit precies in is uitgewerkt, maar het is leuker om het zelf te proberen en te kijken wat het effect is. (Let op: een losgemaakt naadje kun je weer dicht naaien, een stofje doormidden snijden is definitief.)

